Expeditie Bodø
2: Mysterieuze pollakken
Kabeljauw is de baas in de zomerse kustwateren rond de
Noord-Noorse stad Bodø. Deze vis is op
bepaalde plekken zo talrijk, dat het lastig is om andere soorten te vangen. Het
maakt niet uit waar je mee vist en hoe groot het aas is, kabeljauw lust het. Het
vangen van andere soorten is in de zomer dus een grote uitdaging. Koolvis en
heilbot staan als eerste op de lijst. Het zijn de soorten roofvis die je zo
noordelijk verwacht. Pollak is meer een outsider. Deze vis komt tot ver boven
de poolcirkel voor, maar dan vaak in kleinere aantallen. Dat juist een pollak
twee keer één van de absolute topvangsten werd op onze trips naar deze
arctische havenstad, was dan ook een grote verrassing.
Hufter 1
Het is gebruikelijk voor mijn visreisgenoten en mij, een naam te geven aan plekken waar we
opmerkelijke vangsten hebben geboekt. Het Paradijs is er zo
eentje, net als Hufter 1, op een steenworp afstand van Het Paradijs. Hufter 1
kreeg zijn naam vanwege een onbeschofte watersporter die ervoor koos op een reusachtig,
leeg wateroppervlak, zijn steven recht op onze drift te richten.
Door knullig vaarwerk wist hij bijna onze lijnen mee te nemen. Een actie die
hem op een welgemeend en luid “Hufter!” kwam te staan uit de mond van vismaat
Rob. Die terechte uitbarsting beklijft nu in de naam van de stek. En omdat we
er niet helemaal zeker van waren, dat we van deze artiest waren verlost,
maakten we er maar Hufter 1 van.
De Hufter 1 is een mooi rifje. Dat idee hadden we al tijdens onze
eerste trip. Tijdens onze tweede trip wordt ons vermoeden bevestigd door de
trouwe Lowrance Elite4, die een fraaie bult met plateau optekent op het
led-schermpje. Het mooie van ons elektronische hulpmiddel is dat we nu een
exact plaatje hebben waarop onze drift kunnen afstemmen met iedere getijstroom
of windrichting.
Eén plateau, twee pollakken
Onze Lowrance maakt onder meer duidelijk dat Hufter 1 bestaat uit een
diepe richel van aan de ene kant 25 meter en aan de andere kant vijftig meter,
die oploopt naar een plateau met een diepte van tussen de elf en veertien
meter. Op dit plateau, waar we vorig jaar bij toeval terecht kwamen, krijgen andere
rovers dan gul, de kans om onze vliegen en kunstazen te grijpen. De meest
indrukwekkende roofvis die we vorig jaar pakten, was wel enorme pollak die een
vlieg pakte in de afzink. Het was de enige pollak die we tijdens die trip
vingen.
Dat pollakken dun gezaaid zijn op deze breedtegraad was me bekend.
Incidenteel worden er tot bij Tromsø pollakken gevangen. Het formaat van onze
pollak verbaasde me echter. Het was er een die je had kunnen verwachten in de hoogtijdagen van het Engelse Kanaal, of het Eddystone Reef. Een toevalstreffer, dacht ik nog. Daaraan ga ik twijfelen als Rob aan een shad op exact dezelfde plek weer
een buitenformaat pollak pakt. Deze vis is nog groter: rond de meter.
Nog een pollak
Een aantal dagen zijn we naar een groep eilandjes ‘gevlucht’ vanwege
een stevige westenwind, die het driften op Hufter 1 en omliggende stekken
onmogelijk maakt. Op onze laatste visdag gaat de wind om. Hufter 1 en Het
Paradijs liggen ineens weer volledig in de luwte, een prachtige gelegenheid om
met het afgaande tij een paar driftjes te maken.
Op Hufter 1 aangekomen blijkt direct de grote waarde van onze
elektronische kijkdoos. Met wat passen en meten kunnen we een mooie drift maken
van de ondiepe kant, schuin over het plateau, naar de diepe kant van het rif. Die
tactiek levert ons geen windeieren op. De altijd aanwezige gullen, vaak in stevig
formaat, dreunen op onze kunstazen en vliegen. En net wanneer Bas en Rob een
gul onthaken en laten zwemmen, knalt een massieve vis op de verzwaarde
aasvisimitatie aan mijn vliegenhengel. Op elf meter diepte zit ik muurvast
verbonden aan een vis, die direct duidelijk maakt dat het geen gul is. Geen
zenuwachtig gebonk en gekopschud, maar een zakelijke weerstand en
rechttoe-rechtaan run. Het lijkt penibel te worden op mijn zeventje: drie meter
lijn winnen, er tien verliezen. Maar beetje bij beetje win ik terrein, vooral
door voortdurend een wisselende
zijwaartse druk op de vis uit te oefenen. Dit is geen spelletje waarbij je
jezelf afvraagt of je wel een bocht in je hengel durft te trekken: het is
buigen of barsten.
Goud
Als de flank van mijn pollak het water naast de boot goud kleurt,
bekruipt een licht gevoel van teleurstelling me. Even had gehoopt op mijn
heilbot aan de vliegenhengel. Dat gevoel is direct verdwenen als ik me
realiseer hoe groot deze vis is. ‘Metervis!’ roept Rob. Als ik de pollak met de
kieuwgreep voorzichtig aan boord hijs voel ik het gewicht van deze massieve
vis. In een jaar of dertig vliegvissen op pollak heb ik er nooit eentje gezien
die hier zelfs maar in de buurt komt.
De pollak zwemt weer en heeft ons met een hoop vraagtekens
achtergelaten. Het is toch een mysterie dat je op één plek waar we in dagen van
intensief vissen geen pollak, klein of groot, haken, twee monstervissen haakt.
En dat je het jaar ervoor op dezelfde stek ook een bak van een pollak vangt.
Wij denken dat het om een geïsoleerd bestand gaat dat zich al ik-weet-niet-hoelang
weet te handhaven tussen het geweld van de grote aantallen kabeljauw. Maar dan
nog: schieten deze vissen kuit? En wat gebeurt er met de nakomelingen? Het is
toch prachtig dat je na het vangen van zulke vissen er een puzzel bij hebt die
erom smeekt opgelost te worden. Dat is voor mij de essentie van een mooie
vistrip.
Expedition Bodø
2: Enigmatic pollack
There is no doubt that
in the summer months cod dominates the coastal waters around the arctic town of
Bodø. The species is so abundant at times, that it is very hard to get close to
other species. It doesn’t seem to matter what you use as lure or bait, cod takes
a liking to it. Catching other species can become a serious challenge. Coalfish
and especially halibut are high on our list. They are the predators you expect
when fishing these waters. Pollack is an outsider. This species is caught in
places north of the arctic circle, but never in great numbers. So it came as a big
surprise to us that pollack became one of our highlights of both our trips to
this arctic harbour-town.
Asshole 1
On our trips my buddies
and I like to give names to spots where we have made remarkable catches. The
Paradise is one of them, Asshole 1 is another. This somewhat rude name came
about when a very rude boater made trouble for us. On a vast and empty water surface,
he chose to set course for our little boat, nearly taking our lines in the
process. The loud and rightful “asshole!” out of Rob’s mouth has endured in the
name of this spot. And because we were taking into account that this might not
be our only encounter with this boating ‘artist’, we put a 1 behind the name.
Asshole 1 is a
textbook drift. We already thought so during our first trip. On our second trip
we get confirmation from our faithful Lowrance Elite4, which shows a beautiful
plateau on its led-screen. The beauty of this electronic aid is with its
information we can mould a perfect drift with every wind-direction and tidal
current.
One plateau, two pollack
One of the things our
Lowrance makes clear is that Asshole 1 is surrounded by a 25 metre deep ridge
on one side and a fifty metre one on the other. The plateau itself has a depth
between eleven and fourteen metre. On this ledge, which we found by coincidence,
other predators than cod have been able to intercept our lures and flies. Most
impressive of which was a very big pollack that snapped up a fly in the
descent. It was the only pollack we caught during our 2012 trip.
Coincidence was my
first thought after releasing the 2012 pollack. I abandon that thought when Rob
hooks an even more massive pollack on exactly the same spot. this fish is even
bigger than my 2012 pollack: around the metre mark. I already knew that pollack are few and far
between on this latitude. Incidentally pollack are caught as high up as Tromsø.
The size of our pollack however, is the biggest surprise. It is a pollack you’d
have expected to catch during the heydays of the English Channel and the
Eddystone Reef.
Another pollack
Due to a strong
westerly wind we are forced to seek refuge between a couple of islands south of
our base camp. The weather makes fishing our favourite spots impossible. On the
last day of the trip the wind and our luck turns. Asshole 1 and The Paradise are
suddenly accessible. The ideal scenario for a number of drifts on the outgoing
tide.
After arriving on
Asshole 1 the value of our electronic aid becomes obvious. With the information
on the screen we can tailor a beautiful drift, crossing the plateau towards the
deep ledge. This tactic produces the goods, as the always present cod, often in
good sizes, attack our lures and flies. And just while Rob and Bas release their
cod something heavy decides to eat my weighed baitfish imitation. Instantly it
is obvious that I don’t have a cod on the other end of my fly line. No nervous
tail wiggles and head shakes. This fish gets the job done clinically and
straight forward. It starts to get serious when every time I manage to reel in
three metres of line, the fish takes ten over and over again. But bit by bit I
manage to turn the tables by constantly applying side pressure with my
seven-weight. This isn’t a game where you ask yourself if you can put a bend in
your rod. I have to trust my material and put it to the limit.
Gold
As the flank of my pollack
gives the water besides the boat a golden shine, a slight feeling of
disappointment creeps up on me. For a while I had hoped to see the diamond
shape of a halibut appear from the depth. That feeling is gone instantly when I
realise how big this fish is. “Metre plus!” shouts Rob, as I carefully lift the
fish on board. In thirty odd years of fly fishing for pollack, I have never
seen one of this size.
The pollack is back on
its reef and it has left us with a lot of questions. It is a mystery that you
catch two fish of monster proportions, on a location where you don’t connect
with any other pollack at all. That the same happened the year before, makes it
an even bigger mystery. We are quite certain that these fish belong to an
isolated population that have been present on this reef for many years, withstanding
the pressure from the enormous schools of marauding cod. But the question
remains: do these fish spawn? And if so, what happens to the offspring? It is a
beautiful though that catching a fish of a lifetime leaves you with a puzzle
that begs to be solved. For me that is the essence of a perfect fishing trip.
![]() |
De eerste en enige pollak van 2012 The first and only pollack from 2012 |
![]() |
Rob pakt de eerste pollak van 2013 op een shad Rob opens the score in 2013 with this stonker on a shad |
![]() |
Dit voelt zeker niet als weer een gul This certainly doesn't feel like yet another cod |
![]() |
Een pollak van wereldformaat en dat aan de vliegenhengel A world class pollack, especially on a fly rod |
![]() |
Terug naar een geheimzinnige populatie van reuzenpollakken Back to the mysterious population of giant pollack |