zondag 30 juni 2013

Expeditie Bodø 2

Expeditie Bodø

2: Mysterieuze pollakken

Kabeljauw is de baas in de zomerse kustwateren rond de Noord-Noorse  stad Bodø. Deze vis is op bepaalde plekken zo talrijk, dat het lastig is om andere soorten te vangen. Het maakt niet uit waar je mee vist en hoe groot het aas is, kabeljauw lust het. Het vangen van andere soorten is in de zomer dus een grote uitdaging. Koolvis en heilbot staan als eerste op de lijst. Het zijn de soorten roofvis die je zo noordelijk verwacht. Pollak is meer een outsider. Deze vis komt tot ver boven de poolcirkel voor, maar dan vaak in kleinere aantallen. Dat juist een pollak twee keer één van de absolute topvangsten werd op onze trips naar deze arctische havenstad, was dan ook een grote verrassing.

Hufter 1

Het is gebruikelijk voor mijn visreisgenoten en mij, een naam te geven aan plekken waar we opmerkelijke vangsten hebben geboekt. Het Paradijs is er zo eentje, net als Hufter 1, op een steenworp afstand van Het Paradijs. Hufter 1 kreeg zijn naam vanwege een onbeschofte watersporter die ervoor koos op een reusachtig, leeg wateroppervlak, zijn steven recht op onze drift te richten. Door knullig vaarwerk wist hij bijna onze lijnen mee te nemen. Een actie die hem op een welgemeend en luid “Hufter!” kwam te staan uit de mond van vismaat Rob. Die terechte uitbarsting beklijft nu in de naam van de stek. En omdat we er niet helemaal zeker van waren, dat we van deze artiest waren verlost, maakten we er maar Hufter 1 van.
De Hufter 1 is een mooi rifje. Dat idee hadden we al tijdens onze eerste trip. Tijdens onze tweede trip wordt ons vermoeden bevestigd door de trouwe Lowrance Elite4, die een fraaie bult met plateau optekent op het led-schermpje. Het mooie van ons elektronische hulpmiddel is dat we nu een exact plaatje hebben waarop onze drift kunnen afstemmen met iedere getijstroom of windrichting.

Eén plateau, twee pollakken

Onze Lowrance maakt onder meer duidelijk dat Hufter 1 bestaat uit een diepe richel van aan de ene kant 25 meter en aan de andere kant vijftig meter, die oploopt naar een plateau met een diepte van tussen de elf en veertien meter. Op dit plateau, waar we vorig jaar bij toeval terecht kwamen, krijgen andere rovers dan gul, de kans om onze vliegen en kunstazen te grijpen. De meest indrukwekkende roofvis die we vorig jaar pakten, was wel enorme pollak die een vlieg pakte in de afzink. Het was de enige pollak die we tijdens die trip vingen.
Dat pollakken dun gezaaid zijn op deze breedtegraad was me bekend. Incidenteel worden er tot bij Tromsø pollakken gevangen. Het formaat van onze pollak verbaasde me echter. Het was er een die je had kunnen verwachten in de hoogtijdagen van het Engelse Kanaal, of het Eddystone Reef. Een toevalstreffer, dacht ik nog. Daaraan ga ik twijfelen als Rob aan een shad op exact dezelfde plek weer een buitenformaat pollak pakt. Deze vis is nog groter: rond de meter.

Nog een pollak

Een aantal dagen zijn we naar een groep eilandjes ‘gevlucht’ vanwege een stevige westenwind, die het driften op Hufter 1 en omliggende stekken onmogelijk maakt. Op onze laatste visdag gaat de wind om. Hufter 1 en Het Paradijs liggen ineens weer volledig in de luwte, een prachtige gelegenheid om met het afgaande tij een paar driftjes te maken.
Op Hufter 1 aangekomen blijkt direct de grote waarde van onze elektronische kijkdoos. Met wat passen en meten kunnen we een mooie drift maken van de ondiepe kant, schuin over het plateau, naar de diepe kant van het rif. Die tactiek levert ons geen windeieren op.  De altijd aanwezige gullen, vaak in stevig formaat, dreunen op onze kunstazen en vliegen. En net wanneer Bas en Rob een gul onthaken en laten zwemmen, knalt een massieve vis op de verzwaarde aasvisimitatie aan mijn vliegenhengel. Op elf meter diepte zit ik muurvast verbonden aan een vis, die direct duidelijk maakt dat het geen gul is. Geen zenuwachtig gebonk en gekopschud, maar een zakelijke weerstand en rechttoe-rechtaan run. Het lijkt penibel te worden op mijn zeventje: drie meter lijn winnen, er tien verliezen. Maar beetje bij beetje win ik terrein, vooral door  voortdurend een wisselende zijwaartse druk op de vis uit te oefenen. Dit is geen spelletje waarbij je jezelf afvraagt of je wel een bocht in je hengel durft te trekken: het is buigen of barsten.

Goud

Als de flank van mijn pollak het water naast de boot goud kleurt, bekruipt een licht gevoel van teleurstelling me. Even had gehoopt op mijn heilbot aan de vliegenhengel. Dat gevoel is direct verdwenen als ik me realiseer hoe groot deze vis is. ‘Metervis!’ roept Rob. Als ik de pollak met de kieuwgreep voorzichtig aan boord hijs voel ik het gewicht van deze massieve vis. In een jaar of dertig vliegvissen op pollak heb ik er nooit eentje gezien die hier zelfs maar in de buurt komt.
De pollak zwemt weer en heeft ons met een hoop vraagtekens achtergelaten. Het is toch een mysterie dat je op één plek waar we in dagen van intensief vissen geen pollak, klein of groot, haken, twee monstervissen haakt. En dat je het jaar ervoor op dezelfde stek ook een bak van een pollak vangt. Wij denken dat het om een geïsoleerd bestand gaat dat zich al ik-weet-niet-hoelang weet te handhaven tussen het geweld van de grote aantallen kabeljauw. Maar dan nog: schieten deze vissen kuit? En wat gebeurt er met de nakomelingen? Het is toch prachtig dat je na het vangen van zulke vissen er een puzzel bij hebt die erom smeekt opgelost te worden. Dat is voor mij de essentie van een mooie vistrip.


Expedition Bodø

2: Enigmatic pollack


There is no doubt that in the summer months cod dominates the coastal waters around the arctic town of Bodø. The species is so abundant at times, that it is very hard to get close to other species. It doesn’t seem to matter what you use as lure or bait, cod takes a liking to it. Catching other species can become a serious challenge. Coalfish and especially halibut are high on our list. They are the predators you expect when fishing these waters. Pollack is an outsider. This species is caught in places north of the arctic circle, but never in great numbers. So it came as a big surprise to us that pollack became one of our highlights of both our trips to this arctic harbour-town.

Asshole 1

On our trips my buddies and I like to give names to spots where we have made remarkable catches. The Paradise is one of them, Asshole 1 is another. This somewhat rude name came about when a very rude boater made trouble for us. On a vast and empty water surface, he chose to set course for our little boat, nearly taking our lines in the process. The loud and rightful “asshole!” out of Rob’s mouth has endured in the name of this spot. And because we were taking into account that this might not be our only encounter with this boating ‘artist’, we put a 1 behind the name.
Asshole 1 is a textbook drift. We already thought so during our first trip. On our second trip we get confirmation from our faithful Lowrance Elite4, which shows a beautiful plateau on its led-screen. The beauty of this electronic aid is with its information we can mould a perfect drift with every wind-direction and tidal current.

One plateau, two pollack

One of the things our Lowrance makes clear is that Asshole 1 is surrounded by a 25 metre deep ridge on one side and a fifty metre one on the other. The plateau itself has a depth between eleven and fourteen metre. On this ledge, which we found by coincidence, other predators than cod have been able to intercept our lures and flies. Most impressive of which was a very big pollack that snapped up a fly in the descent. It was the only pollack we caught during our 2012 trip.
Coincidence was my first thought after releasing the 2012 pollack. I abandon that thought when Rob hooks an even more massive pollack on exactly the same spot. this fish is even bigger than my 2012 pollack: around the metre mark.  I already knew that pollack are few and far between on this latitude. Incidentally pollack are caught as high up as Tromsø. The size of our pollack however, is the biggest surprise. It is a pollack you’d have expected to catch during the heydays of the English Channel and the Eddystone Reef.

Another pollack

Due to a strong westerly wind we are forced to seek refuge between a couple of islands south of our base camp. The weather makes fishing our favourite spots impossible. On the last day of the trip the wind and our luck turns. Asshole 1 and The Paradise are suddenly accessible. The ideal scenario for a number of drifts on the outgoing tide.
After arriving on Asshole 1 the value of our electronic aid becomes obvious. With the information on the screen we can tailor a beautiful drift, crossing the plateau towards the deep ledge. This tactic produces the goods, as the always present cod, often in good sizes, attack our lures and flies. And just while Rob and Bas release their cod something heavy decides to eat my weighed baitfish imitation. Instantly it is obvious that I don’t have a cod on the other end of my fly line. No nervous tail wiggles and head shakes. This fish gets the job done clinically and straight forward. It starts to get serious when every time I manage to reel in three metres of line, the fish takes ten over and over again. But bit by bit I manage to turn the tables by constantly applying side pressure with my seven-weight. This isn’t a game where you ask yourself if you can put a bend in your rod. I have to trust my material and put it to the limit.

Gold

As the flank of my pollack gives the water besides the boat a golden shine, a slight feeling of disappointment creeps up on me. For a while I had hoped to see the diamond shape of a halibut appear from the depth. That feeling is gone instantly when I realise how big this fish is. “Metre plus!” shouts Rob, as I carefully lift the fish on board. In thirty odd years of fly fishing for pollack, I have never seen one of this size.
The pollack is back on its reef and it has left us with a lot of questions. It is a mystery that you catch two fish of monster proportions, on a location where you don’t connect with any other pollack at all. That the same happened the year before, makes it an even bigger mystery. We are quite certain that these fish belong to an isolated population that have been present on this reef for many years, withstanding the pressure from the enormous schools of marauding cod. But the question remains: do these fish spawn? And if so, what happens to the offspring? It is a beautiful though that catching a fish of a lifetime leaves you with a puzzle that begs to be solved. For me that is the essence of a perfect fishing trip.

De eerste en enige pollak van 2012
The first and only pollack from 2012

Rob pakt de eerste pollak van 2013 op een shad
Rob opens the score in 2013 with this stonker on a shad

Dit voelt zeker niet als weer een gul
This certainly doesn't feel like yet another cod


Een pollak van wereldformaat en dat aan de vliegenhengel
A world class pollack, especially on a fly rod

Terug naar een geheimzinnige populatie van reuzenpollakken
Back to the mysterious population of giant pollack






Geen opmerkingen:

Een reactie posten